Zelden kan je een moestuin beginnen op een plek die helemaal ideaal is voor groenteteelt. Het goede bericht is, dat je minder ideale omstandigheden bijna altijd kunt verbeteren. Maar mocht je in de gelegenheid zijn om uit verschillende plekken te kiezen, is het handig te weten onder welke omstandigheden groenten zich het gelukkigst voelen.

Misschien zijn er geluksvogels die zo’n ideale plek tot hun beschikking hebben, de meeste tuinen scoren meestal op een aantal onderdelen minder. Maar wanhoop niet – er valt bijna altijd iets aan te doen.

Is de tuin te open, dan kun je heggen als windbrekers planten. Arme grond verbeter je door een ruime hoeveelheid organische meststof toe te voegen (stalmest of compost).

Te zure grond kun je bekalken, het liefst met een zachtwerkende kalksoort zoals Dolokal of Maerl. Bij slechte drainage is het vaak voldoende om verhoogde bedden aan te leggen.

Het enige waar weinig aan gedaan kan worden is schaduw, vooral als deze door bouwwerken wordt veroorzaakt.

De meeste eenjarige groentes hebben minimaal 6 uur direct zonlicht per dag nodig. Krijgt je tuin te weinig zon, maar wil je toch eetbare gewassen telen, kies liever voor het telen van vaste eetbare planten en plant bijvoorbeeld een eetbare bostuin.

Dit artikel maakt deel uit van de serie ’Een moestuin beginnen’.