Moestuinseizoen 2011 - 2
een terugblik
Zomer 2011
Een record droog en zonnig voorjaar werd gevolgd door een record natte en koele zomer. Dat was natuurlijk slecht nieuws voor bijna alle zomergroenten. Weinig paprika’s en aubergines hebben überhaupt gerijpt, en de kleine oogst paprika’s kwam pas in oktober.
De enige tomaat die niet voor eind augustus voor phytophtora was bezweken was de wilde tomaat “Matt’s Wild Cherry”. Pompoenen hebben begin zomer veel vruchten gezet, die vervolgens in plaats van te rijpen zijn gaan rotten.
Dit jaar dus de slechtste pompoenen oogst ooit: van de spaghetti pompoen hadden we 3 (kleine) vruchten per plant geoogst ten opzichte van 10 vruchten per plant vorig jaar. Ook courgette, zomerpompoen en komkommers hebben veel minder opgeleverd dan vorig jaar.
Aan de andere kant leek maïs weinig last te hebben en was de opbrengst vrijwel gelijk. Tweede zaaisels van oa rode biet en snijui hebben juist wel geprofiteerd van de neerslag.
Herfst 2011
De herfst leek te willen compenseren voor de kwakkelzomer van dit jaar en het is dan ook bovengemiddeld warm, zonnig en extreem droog geweest. September leverde meer zomerse dagen op dan juli en augustus samen en de zomergroentes die er nog waren, maakten een kleine inhaalslag.
Laat gezaaide struikbonen leverden een goede oogst en hadden minder last van botrytis (grauwe schimmel) dan vorig jaar. Ook zijn appels mooi gekleurd en we hadden een goede oogst hazelnoten.
Conclusie
Het lijkt dat elk volgend jaar weer een nieuwe weerrecord brengt en de vraag is dan: hoe kunnen we onze moestuinen hiertegen weerbaar maken?
Ten eerste is een grote diversiteit van belang: weer dat funest is voor de ene groentesoort is juist precies wat een andere nodig heeft om te gedijen.
Ten tweede helpt de permacultuur-aanpak (niet spitten en veel mulchen) om de grond tegen extreem weer te beschermen, zowel tegen droogte, als tegen overvloedige regenval. Gemulchte, ongespitte grond behoudt een goede structuur en blijft open en vruchtbaar.