Zand

Zand bestaat uit vrij grove kwartskristalletjes. Het plakt niet aan elkaar. Door deze losse structuur is het gemakkelijk te bewerken en kan regen snel wegvloeien in de aarde. In het voorjaar warmt zandgrond snel op, maar daar staat tegenover dat zand ook eerder uitdroogt.

Een ander nadeel van deze grondsoort is dat mineralen niet goed aan de zandkorrels blijven plakken, waardoor voedingsstoffen eerder uitspoelen.

Grondsoorten met een hoog zandpercentage behoren doorgaans dan ook niet tot de vruchtbaarste bodemtypes.

Verbeteren
Zandgronden zijn te verbeteren door jaarlijks grote hoeveelheden organische mest (compost, verteerde bladaarde of stalmest) door de bodem te mengen. Dit maakt ze humusrijker en verbetert de vochtvasthoudendheid van de grond.

Planten die het goed doen
Oa. allium, papaver en acanthus.

Klei

Klei bestaat uit heel fijne, platte deeltjes. De poriën in kleigronden zijn hierdoor erg klein, waardoor water moeilijk wegzakt in de bodem.

In grond die veel kleideeltjes bevat, kan ’s winters zoveel water blijven staan dat wortels door zuurstofgebrek verstikken en planten afsterven.

Kleibodems blijven lang vochtig, maar de bovenlaag kan in de zon snel verdrogen en vormt dan een ondoordringbare korst. Het is een moeilijk te bewerken grondsoort.

Kleigronden zijn doorgaans wel erg vruchtbaar, omdat voedingsstoffen niet snel uitspoelen.

Verbeteren
De dichte structuur van kleigronden is te verbeteren door vermenging van grind of zand en organische meststoffen. Spit zware klei in de herfst om en laat de dikke klonten liggen om door vorst gebroken te worden.

Planten die het goed doen
Oa. primula, astrantia en hemerocallis.