Stap 1

Kies een laag groeiende, jonge en krachtige scheut met tenminste drie bladeren of knoppen uit die flexibel genoeg is om naar de grond gebogen te worden. Maak de grond onder deze tak vervolgens goed los en verbeter deze eventueel door wat bladaarde of compost toe te voegen.

Stap 2

Met een schoon, scherp mes verwijder je een dun laagje bast aan de onderzijde van de tak op de plek die straks in contact met de aarde zal komen. Dit is nodig om wortelvorming te stimuleren.

Stap 3

Wikkel wat mos om het ‘verwonde’ deel van de plant en houd dit op z’n plek met behulp van een elastiekje.

Stap 4

Gebruik een steen om ervoor te zorgen dat de tak de grond blijft raken en niet terugveert. Zorg er tot slot voor dat de top van de stek omhoog wijst door ‘m vast te binden aan een steunstokje.

Nazorg

In principe hebben de stekken die in het voorjaar worden afgelegd in het najaar eigen wortels gekregen. Je kunt de plant dan afsteken van de moederplant en oppotten of uitplanten op een andere plek.