Slakken in je tuin - 2
en hoe je ze onder de duim houdt
Segrijnslak (Cornu aspersum)
Familie van de wijngaardslak, maar veel algemener. Deze is kleiner (3,5cm) en wordt daardoor ook wel kleine wijngaardslak genoemd. Het huisje heeft een tekening van spiraalsgebonden dwarsbanden. Een echte veelvraat en zeker geen tuinvriend.
Grote wegslak (Arion rufus)
Deze naaktslak wordt maximaal 15cm groot en is geelbruin, oranjebruin of zwart van kleur. Een gulzige eter die het gemunt heeft op onze meest malse tuinplanten. Kan, net als andere naaktslakken, slecht tegen droogte en is dan ook vooral te zien na een regenbui.
Grote aardslak (Limax maximus)
Deze naaktslak kan wel 15-20cm lang worden en heeft meestal een duidelijk herkenbaar vlekkenpatroon. Een gulzige eter die niet kieskeurig is. Hij eet naast tuinplanten ook schimmels en zelfs andere naaktslakken. Dat is dan weer een voordeel.
Gewone tuinslak (Cepaea nemoralis)
Het huisje van deze algemeen voorkomende tuinslak is ca. 2-2,5cm groot. Hij komt in veel verschillende kleurvariaties voor en heeft meestal een donker bandenpatroon. Leeft vooral van dode planten en algen en heeft een voorkeur voor brandnetels en boterbloemen. Nauwelijks schadelijk voor tuinplanten.
Witgerande tuinslak (Cepaea hortensis)
Iets kleiner dan de gewone tuinslak (2cm). Lijkt er verder veel op en komt ook in allerlei kleurvariaties voor, maar heeft een witte ipv een zwarte rand. Eet vooral afgevallen en rottend afval, maar doet zich soms tegoed aan tuinplanten. Ingrijpen indien nodig.