Beschutting en overwinteren

Vlinders geven de voorkeur aan een gelaagd landschap waarin hoge planten worden afgewisseld met lage planten en open plekken door dichtbegroeide. Die afwisseling hebben ze nodig om zich te kunnen oriënteren. Vergelijk het met de manier waarop we ons zelf oriënteren in een stad aan de hand van markante plekken en gebouwen.

Een bosrand is een ideale plek voor vlinders. Daar kunnen ze profiteren van een afwisselende beplanting, de beschutting van bomen en struiken. Ook is er zowel licht als schaduw te vinden en zijn er genoeg plekken om te overwinteren of te schuilen.

Maar weinig mensen hebben het geluk om aan een bosrand te wonen, maar deze ideale situatie kan wel zo veel mogelijk worden nagebootst in je eigen tuin. Bijvoorbeeld door een border met nectarplanten in de luwte van een schutting te situeren. De beschutting van een haag is nog beter. Daarbij verdient een wat wildere haag, die bestaat uit meerdere soorten struiken, dan weer de voorkeur boven een strak gesnoeide haag die slechts uit één soort bestaat. Laat de beplanting in de border in hoogte aflopen en zorg voor veel afwisseling.

Vlinders zijn koudbloedige dieren die alleen kunnen vliegen als hun lichaamstemperatuur boven de 20°C komt. Daarom zult u vlinders alleen maar zien vliegen op warme, zonnige dagen. Op koudere, bewolkte dagen houden ze zich schuil in afwachting van beter weer.

Zorg daarom ook voor zoveel mogelijk schuilplekken. Wees niet te netjes en ruim niet al het bladafval en snoeihout op. Niet alleen vlinders, maar ook veel andere dieren (zoals egels) gebruiken dit soort rommelhoekjes als schuilplaats. Veel vlinders, hommels, bijen en andere diersoorten overwinteren buiten en zoeken daarvoor een beschutte plek om in winterrust te gaan. Laat dode plantenresten, afgevallen blad, holle stengels en oud hout zoveel mogelijk liggen. Bacteriën en schimmels ruimen ze wel voor je op. Tot die tijd bieden de plantenresten veel dieren een perfecte overwinteringsplaats.

Een gezonde tuin

Hoe rijker het dierenleven, hoe gezonder je tuin. Wie egels leuke beesten vindt, moet naaktslakken laten leven. Wie graag vogels in de tuin ziet, zal soms wat minder charmante insecten tolereren en wie vlinders wil, krijgt de rupsen erbij cadeau.

Het lijkt misschien een groot offer, maar uiteindelijk pluk je daar zelf de vruchten van. Na verloop van tijd zal er een balans ontstaan waarin de schadelijke diertjes worden opgeruimd door de nuttige: luizen door lieveheersbeestjes en gaasvliegen, langpootmuggen door vogels en slakken door egels en padden. Zo blijven echte plagen je bespaard en is er meer tijd om te genieten van de tuin én de beestjes.