Brave hendrik
vaste groenten - deel 5
Brave hendrik (Chenopodium Bonus-Henricus) is een van de meest veelzijdige vaste groentes. Deze zeer oude cultuurplant werd reeds door de Romeinen geteeld en in de Middeleeuwen kwam hij in heel Europa voor. De ganzenvoetige vorm van zijn blad verraadt zijn verwantschap met spinazie.
Teelt
Brave hendrik is een makkelijke groeier en zal het ook in halfschaduw en op matige grond redelijk doen, maar als de plant mag kiezen, groeit hij het liefst op voedzame, stikstofrijke grond in de zon.
De planten kunnen makkelijk uit zaad worden opgekweekt en worden in de tuin op ongeveer 30 cm uit elkaar uitgeplant. Brave hendrik zaait zich later ook wat uit, maar dat zal niemand zo’n nuttige plant kwalijk nemen.
Oogst en gebruik
In het voorjaar kunnen de uitlopende scheuten van Brave hendrik gebleekt worden onder een elegante bleekpot of (net zo effectief, maar minder elegant) onder een omgekeerde emmer.
De gebleekte scheuten kunnen (zoals asperges) kort gekookt gegeten worden met wat gesmolten boter. Jonge blaadjes van Brave hendrik zijn prima te gebruiken in een gemengde salade en de grotere bladeren kunnen gestoofd worden als spinazie.Rauw zijn de blaadjes licht bitter, maar de bitterheid verdwijnt bij het koken.
Brave hendrik is ook familie van quinoa, het graan van de Azteken, en ook de piepkleine zaden zijn daarom in de keuken bruikbaar.
Dit artikel maakt deel uit van een serie artikelen over vaste groenten.