Zelden tref je ideale grond aan als je een moestuin wilt beginnen, maar elke grondtype heeft zowel na- als voordelen. Klei is zwaar en lastig te bewerken, maar meestal voedzaam. Zand houdt slecht voedingstoffen en water vast, maar is makkelijk te bewerken en warmt in het voorjaar snel op.

Het is meestal vrij makkelijk om er achter te komen, welke grondtype je in de tuin hebt. Plakt de grond bij nat weer aan je schoenen, maar is het in droge periodes keihard? En kun je er makkelijk een bal van maken als je het in je hand samendrukt? Dan is het waarschijnlijk klei. Maar loopt het water er snel doorheen en is het onmogelijk om een handvol vochtige grond tot een bal te rollen, dan is het zand.

Klei en zand zijn de extreme voorbeelden, de ideale grond waar alle tuiniers van dromen is leem, een mengeling van zand, klei en silt. Kruimelige leem is helaas zelden voorhanden, maar door meerdere jaren organische stof (bv compost) aan klei of zand toe te voegen, kun je de structuur van deze grond flink verbeteren, klei lichter maken en zand beter vochtvasthoudend.

Dit artikel maakt deel uit van de serie ’Een moestuin beginnen’.