Onze appels
de appelrassen uit mijn tuin
In mijn eerdere artikelen over appels heb ik verschillende aspecten van het kiezen van een appelboom behandeld. In dit artikel wil ik graag inzoomen op het viertal appels dat in onze tuin staat en hun eigenschappen (pluktijd, bewaarbaarheid, smaak, gebruik etc.) onder de loep nemen. Deze vier bomen dragen hele verschillende appels met ieder zijn charme. En wie weet - misschien zit ook jouw ideale appel ertussen?
Een opmerking bij de aangegeven oogsttijd: dit zijn gemiddelde data. Dit jaar (2014) bijvoorbeeld ligt de oogst dankzij de vroege herfst enkele weken eerder.
Elstar
Gebruik: handappel (ook moes en sap)
Jaar: 1955
Pluk: vanaf 3e week september
Consumptie: oktober – december
Bestuiving: zelfbestuivend
Als de meest geteelde en meest gegeten appel in Nederland, behoeft Elstar geen introductie. Bij ons staat een laagstam in de achtertuin die er al stond toen we ons huis hebben gekocht. Om eerlijk te zijn, zou ik zelf niet voor dit ras hebben gekozen, niet omdat ik de smaak niet lekker vind maar omdat Elstar vrij ziektegevoelig is en daardoor minder geschikt voor biologische teelt. De boom in onze tuin is sterk verkankerd, maar levert desalniettemin elk jaar mooie en lekkere appels. Dankzij de beschutte standplaats in een stadstuin, rijpen de vruchten heel vroeg.
Manks Codlin
Gebruik: vooral voor bakken
Jaar: 1815
Pluk: vanaf begin september
Consumptie: september -begin november
Bestuiving: zelfbestuivend
Een oud Engels ras afkomstig van het eiland Man. De enigszins kegelvormige vruchten zijn gelig met soms een rood blosje en de schil is vettig. Het is een sterk, vruchtbaar ras - zo vruchtbaar dat vruchtdunning van belang is. Dat is natuurlijk alleen bij kleine bomen haalbaar. Wij hebben een laagstam die langs een paal geleid wordt in een losse snoervorm, dus de boom is makkelijk bereikbaar voor snoeien, vruchtdunning en pluk. De vruchten zijn heel geschikt voor het bakken, in het bijzonder voor het maken van appelbollen.