Grondbeginselen
ken de bodem van je tuin
Grond is misschien niet het meest inspirerende onderwerp. Aarde is alles behalve uitbundig gekleurd of exotisch van vorm. Het is niets anders dan een uniforme massa in zwart of soms zelfs vuilbruin of muisgrijs. We denken dan ook doorgaans liever aan de weelderige planten en fraaie bloemen waaronder we die grond kunnen verstoppen dan aan de grond zélf. Maar om van die weelderige planten te krijgen, kunnen we er simpelweg niet omheen. Ook onze bodem heeft regelmatig een beetje aandacht nodig.
Ruwweg komen er vier verschillende grondsoorten voor in onze tuinen, namelijk klei, veen, leem en zand. De basis voor al die grondsoorten, behalve voor veen, is van minerale aard. Dat houdt in dat ze grotendeels bestaan uit ‘dood’ materiaal. Elke grondsoort heeft specifieke eigenschappen waar de ene plant heel goed op gedijt, maar de andere juist niet. Het is daarom belangrijk om te weten met welke grond je te maken hebt.
De grond waarop je tuiniert is in grote mate afhankelijk van je locatie. In de lagere delen van Nederland en langs de grote rivieren is de kans groot dat je tuiniert op klei of veen. In de hogere delen van Nederland bestaat de bodem doorgaans uit zand. In Zuid-Limburg tuinier je waarschijnlijk op leem.