In een milde winter zoals deze kunnen veel voorjaarsbloeiers al heel vroeg gaan bloeien. Soms een tikje té vroeg. Het enthousiast ingezette voorjaar wordt dan toch nog even onderbroken door een onvervalst koude periode met vorst en gure noordoostenwinden. Voor net ontluikende helleborussen pakt dat meestal niet zo goed uit. Wat te doen?

Helleborussen kunnen veel vorst verdragen. Bij vorst gaan ze tijdelijk slap hangen, maar zodra de temperaturen weer omhoog gaan, richten ze zich weer fier omhoog. Helleborussen beschermen zichzelf tegen vorst door vocht te onttrekken uit de bloemen. Dat vocht wordt tijdelijk opgeslagen in de wortels. Dit is een heel effectieve methode, want zo kan de bloem niet bevriezen.

Een combinatie van vorst met koude oostenwind of vroege ochtendzon kan er echter wel voor zorgen dat de bloemen dusdanig uitdrogen dat er toch schade ontstaat. Niet aan de plant zelf, die kan daar prima tegen, maar de bloei wordt er vaak wel wat schamel van. De schutbladeren blijven dan wat klein en zien er meestal enigszins gehavend uit. Ook de toppen van de stelen, waar de aanhechting met de bloemen zit, is gevoelig voor uitdroging. Dit kan ervoor zorgen dat de bloemen wat slapper zullen hangen of zich minder goed kunnen ontwikkelen.

Vorstbescherming

Om vorstschade te voorkomen kun je je planten beschermen tijdens vorst door er tijdelijk een kartonnen doos of een plastic bloempot over de bloeiende stelen te zetten. Vergeet niet om deze te verwijderen zodra de temperaturen weer boven nul uitkomen. Ook dennentakken kunnen goed gebruikt worden om je planten tijdelijk tegen vorst te beschermen (zie recyclen van je kerstboom).

Doordat het vocht bij vorst tijdelijk in de wortels wordt opgeslagen, is het daarnaast van belang om de bodem te beschermen tegen uitdroging. Zorg daarom voor zoveel mogelijk humus in de grond - strooi hiervoor elk voorjaar een laagje compost rondom de basis- en dek de bodem af met mulch (bijvoorbeeld boomschors) of een lage bodembedekker.

Blad afknippen

Zodra de eerste bloemen verschenen zijn, mag je nu ook het blad wegknippen. Rond deze tijd is het blad meestal toch al niet zo mooi meer en helaas ook wat vatbaar voor de zwarte bladvlekkenziekte. Dit uit zich in zwarte vlekjes op het blad die zich – als je er niets aan doet –uitbreiden en hele bladeren zwart kunnen kleuren. Dit is niet alleen ontsierend, het verzwakt de planten bovendien. Het wegknippen van het blad helpt verspreiding voorkomen en zorgt er ook nog eens voor dat je de bloemen goed kunt zien. Vanaf ongeveer april zal er weer fris, groen blad ontstaan. Doe de afgeknipte bladeren niet op de composthoop, maar gooi ze bij het gft-afval.