Inheemse planten - 3
Ecologische gatenkaas?
Hoe groot is je hart?
Een fraai dilemma voor de hartstochtelijke tuinier mét liefde voor natuur, want waar kies je voor: Een weelderige, gezond ogende tuin waarvoor tuinvrienden je prijzen om je ‘groene vingers’ of een tuin met wat vraatschade, maar waarbij je wel een gerust hart hebt? Gelukkig is het niet zo zwart-wit en hoeven we – als het om tuinen gaat - niet zo’n strikte keuze te maken.
Er is niets mis met een beetje mengen. Bedenk wel dat hoe meer inheemse planten we toepassen, hoe beter dat is voor de inheemse fauna. Vergeet ook niet dat in een gezonde tuin, waar veel vogels en insecten vertoeven, je niet zo snel échte plagen hoeft te verwachten, omdat – als de tuin in evenwicht is –de plaagbeesten ook weer gegeten worden.
Nog ter overweging: we hebben hoe dan ook altijd nog onze inheemse vriend de (naakt)slak: een belangrijke opruimer van plantenresten, maar niet erg kieskeurig. Doorgaans maken zij geen onderscheid tussen inheems en exoot en eten gewoon alles wat er mals en smakelijk uitziet. Exoten in je tuin betekent dus echt niet dat je geen gatenkaas kunt hebben.
Een tip: Plant een ecologisch waardevolle heester of boom waar bessen of zaden aankomen, zoals Gelderse roos, kardinaalsmuts, peer, appel, sleedoorn of meidoorn. Hoe meer vogels, des te minder slakken!
We zijn ecologisch lekker bezig als we:
-
Zoveel mogelijk streekeigen soorten toepassen met een hoge ecologische waarde, liefst planten die na de bloei (nectar) ook nog bessen geven (voor de vogels) of die daarnaast ook nog waardplant zijn voor (nacht)vlinderrupsen.
Voor bomen en planten bestaat er een prettige tabel, opgesteld door Landschapsbeheer Nederland, waarin de ecologische waarde per plant staat vermeld. Voor andere planten kun je goed terecht op www.soortenbank.nl
-
Bij voorkeur zo min mogelijk dubbelbloemige cultivars kiezen, omdat hiervan de stuifmeeldraden moeilijk toegankelijk zijn, waardoor het minder goede nectarplanten zijn dan enkelbloemige soorten.
-
De tuin niet al te netjes opruimen, ’s winters afgestorven plantenresten zo lang mogelijk laten staan en hier en daar een hoekje laten verwilderen. Brandnetels zijn waardevolle waardplanten.
-
Gaan voor een grote variatie aan soorten, maar ook in hoogte om zoveel mogelijk leven aan te trekken. Zorg voor elke periode - ook in het vroege voorjaar - voor bloeiende planten, zodat er altijd nectar voorhanden is.
Wat we vooral niet moeten doen, is:
-
De tuin te netjes maken/houden
-
Tuingrond ‘dumpen’ buiten de tuin, omdat je zo exoten (via zaden en wortelstekken) kunt verspreiden in het landelijk gebied
-
Invasieve exoten planten (zeker als je in het landelijk gebied woont). Plant je ze toch, houd ze dan nauwlettend in de gaten en zorg ervoor dat ze je tuin niet verlaten
-
De tuin ‘asfalteren’ terwijl we daar ook een waardevol minibiotoopje van kunnen maken