Pennisetum
Onweerstaanbaar onder voorbehoud
Mijn Pennisetums zijn momenteel het stralende middelpunt in mijn tuin. Als de zon schijnt, fonkelen ze in het licht en als het waait, zwieren ze sierlijk heen en weer. Een fikse najaarsbui deert ze niet, ze zullen nooit warrig worden of verwaaien. Beslist het perfecte siergras, maar met een heel klein voorbehoud. Het mag niet te hard vriezen.
Pennisetum, ook wel bekend als lampenpoetsersgras, komt van oorsprong uit tropische, subtropische streken, vooral geconcentreerd rondom het stroomgebied van de Niger in Afrika, maar van daaruit verspreide het geslacht zich via Azië helemaal tot aan Australië, waarbij er steeds nieuwe soorten ontstonden. Het gros van de soorten is helaas maar matig winterhard. Zo is Pennisetum setaceum (waarvan de donkerbladige cultivar ‘Rubrum’ regelmatig wordt aangeboden via tuincentra) slechts opgewassen tegen een paar graden vorst.
Hetzelfde geldt voor de architectonische P. glaucum ‘Purple Majesty’ en de wollige P. villosum. Al zijn het in het klimaat van herkomst gewoon overblijvende planten, onze winters overleven ze écht niet. Zelfs niet als het - zoals afgelopen winter - praktisch niet vriest. Koop of zaai die soorten dan ook beter als eenjarige of houd ze in pot en laat ze vorstvrij overwinteren.
Redelijk winterhard
Beter is het gesteld met Pennisetum orientale. Deze komt van oorsprong uit de Oriënt, de naam zegt het al, en is op goed gedraineerde grond redelijk winterhard te noemen. Toch kunnen ze er slecht tegen als het langere tijd vriest. Je kunt ze dus zomaar kwijtraken. Desondanks is deze soort wel een gokje waard. Hij bloeit extreem lang, is zeer droogtebestendig en bijzonder sierlijk. Met name de populaire variëteit ‘Karley Rose’, met rozepaarse bloeiaren, weet zijn weg goed te vinden naar onze tuinen. Ook ‘Tall Tails’, met smalle, lange, gebogen aren is een aanrader.