Slakken in je tuin
en hoe je ze onder de duim houdt
Wanneer je ze van dichtbij bekijkt, als ze met hun tere voelsprieten hun omgeving aftasten, dan kun je er nog heel poëtisch over doen. Dat moeten beslist heel gevoelige beestjes zijn! Maar als diezelfde beestjes vervolgens in één nacht alle net uitgeplante, jonge sla-plantjes of pas gezaaide eenjarigen verorberen, dan verandert dat poëtische gevoel acuut in afschuw. Wat nu? Eerste hulp bij slakkenleed!
Voordat we als moorddadige wezens onze tuin gaan afstruinen, op zoek naar de daders die zich wellicht nog ergens in onze tuin ophouden en heerlijk liggen uit te buiken van hun net verorberde maaltje, is het toch wel goed om eerst wat meer te weten over de slak. Ze veroorzaken namelijk niet alleen maar leed en daarbij is lang niet elke slak even schadelijk voor onze dierbare tuinplanten.
De meeste slakken zijn vooral nuttig. Door afgevallen blad, algen, schimmels, rottend fruit en soms zelfs dode dieren te eten, dragen ze bij aan het verteringsproces en zorgen er dus voor dat voedingsstoffen opnieuw in de bodem terechtkomen.
Ken je vijand
Slechts een aantal slakken doet zich tegoed aan onze tuinplanten. Als je al aan het bestrijden slaat, weet dan welke soorten je hebben moet. Het zou jammer zijn als je ook korte metten maakt met de onschadelijke slakken. Ontmoet de goeierds en de slechteriken. Klik op het plaatje voor een vergroting.
Wijngaardslak (Helix pomatia)
Grote huisjesslaksoort met een huisjesdoorsnede van 4,5cm. Voedt zich vooral met kruidachtige planten. Ze worden veel verzameld en als delicatesse gegeten. Als gevolg daarvan zijn ze in Nederland op de rode lijst van beschermde diersoorten gezet. Beslist laten leven dus!