Springzaad - 2
Exotische langbloeiers
Woekeraars?
Het predikaat ‘woekeraar’ is namelijk alleen van toepassing als er niemand in de buurt is die ze een beetje in bedwang kan houden. Als je ze een beetje in de gaten houdt, is de angst voor een tuin die wordt overwoekerd door balsemien écht ongegrond. En daarmee bedoel ik niet dat je er met je neus bovenop moet zitten.
De eenvoudig te herkennen zaailingen van de balsemien laten zich namelijk, juist als ze wat groter zijn, heel gemakkelijk verwijderen. Eén rondje door de tuin in mei/juni is voldoende om alle ongewenste exemplaren te selecteren en weg te halen.
Meer onderhoud is beslist niet nodig. Persoonlijk ben ik een stuk drukker met het verwijderen van brandnetels. En die vind ik niet eens mooi.
Standplaats en verzorging
Impatiens glandulifera, reuzenbalsemien, doet het prima in zowel zon, halfschaduw als schaduw en neemt genoegen met elke grondsoort, mits de grond maar vochtig genoeg is. Op van nature droge zandgrond gedijt hij overigens ook uitstekend, maar dan alleen op een schaduwrijke plaats. Hij kan een hoogte bereiken van zo’n 2,5m.
Impatiens balfourii, tweekleurig springzaad, geeft eveneens de voorkeur aan vochtige grond. Hij zaait zichzelf gemakkelijk uit op (licht) beschaduwde plekken en wordt ongeveer 80cm hoog.
Impatiens parviflora, klein springzaad, wordt ca. 1m hoog. Dit is een bosplant die houdt van schaduw.
Bovengenoemde soorten zijn alle eenjarig en zaaien zichzelf uit. Ze laten zich het best vermeerderen door vers zaad in het najaar uit te strooien op de plek waar je ze wilt hebben. Jonge zaailingen laten zich goed verplanten in het voorjaar.