Veel tweejarigen kunnen nu alvast in potten gezaaid worden om volgend zomer sterke planten te hebben. In ‘het wild’ gebeurt dat nu ook al mondjesmaat, want de eerste zaden, van bijvoorbeeld vergeet-me-nietjes, zijn al rijp.

Tweejarigen als vingerhoedskruid (Digitalis purpurea), toorts (Verbascum), Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris), stokroos (Alcea rosea), duizendschoon (Dianthus barbatus), Judaspenning (Lunaria annua) en muurbloemen (Cheiranthus cheirii, syn. Erysimum cheirii), kunnen al heel vroeg in het seizoen gezaaid worden. Planten die je gezaaid hebt in juni kun je in het najaar als stevige, jonge planten uitplanten in de border. Ze zijn dan sterk genoeg om de winter in de volle grond te overleven en zullen de zomer erop goed bloeien.

Zaaien vanaf juli

Er zijn ook tweejarigen waarbij de kans bestaat dat, als ze te vroeg in het seizoen gezaaid worden, ze nog datzelfde jaar zullen bloeien. Dit zijn bijvoorbeeld violier (Matthiola incana), hondstong (Cynoglossum amabile) en sommige anjersoorten. Zaai deze daarom pas vanaf juli. Violier is vorstgevoelig. Houd de jonge planten daarom ’s winters in een koude bak of kas en plant ze pas na de winter uit. Heb je die niet, zaai violier dan in februari op de vensterbank, dan bloeit ‘ie alsnog datzelfde jaar.

Eigen oogst

Voor het kweken van tweejarigen, kun je heel goed het zaad gebruiken dat je zelf geoogst hebt. Bedenk in dat geval wel dat er kruisingen kunnen ontstaan tussen de verschillende variëteiten van een soort uit je eigen tuin (of die van de buren). Dit levert planten op die sterk kunnen verschillen van de moederplant in zowel kleur als hoogte. Als je zeker wilt zijn dat je een bepaalde variëteit/kleur zaait dan kun je beter nieuw zaad aanschaffen via een zadenhandelaar. Daar worden meestal F1-hybriden aangeboden die worden geteeld op redelijk geïsoleerde velden, zodat de kans op kruisingen minimaal is.