Wildplukken
een boekrecensie
Deze lente kwam het boekje Wildplukken uit, geschreven door Peter Kouwenhoven en Barbara Peters. Als enthousiaste wildplukfan was ik erg nieuwsgierig naar dit boekje. Hier lees je wat ik ervan vind.
Wildplukken wint snel terrein. Het is natuurlijk supervoordelig om te oogsten uit de natuur, maar volgens mij is dat niet de belangrijkste reden. Het is vooral erg leuk om te doen. Ik foerageer zelf in ieder geval steeds vaker in het openbaar groen op zoek naar vruchten en maak inmiddels de lekkerste dingen met het onkruid uit mijn eigen, verwilderde tuin. En ik ben overduidelijk niet de enige wildplukfan, want zowel op internet als bij de boekhandel is er steeds meer informatie over te vinden. Het boekje ‘Wildplukken, de alternatieve fruittuin’ is hiervan een recent voorbeeld, dat met name gericht is op de beginnende wildplukker met jonge kinderen.
Vruchten en zaden centraal
In de natuur valt veel te oogsten, misschien iets té veel om in één boek te verwerken. De makers van dit boek hebben er daarom ook voor gekozen om dit boek volledig te wijden aan vruchten en zaden. In het najaar verschijnt een volgend deel waarin wilde bloemen en bladeren centraal staan. In dit boek komen 36 vruchten uitgebreid aan bod die zijn onderverdeeld in ‘omfietsvruchten’, ‘lekkere vruchten’ en ‘mwah vruchten’, elk met recepten (voor de lekkerste vruchten de meeste recepten).
Een beetje jammer is wel dat een groot deel van de genoemde vruchten maar mondjesmaat ‘in het wild’ worden aangetroffen. In gemeentes die wildplukken willen aanmoedigen, zoals Nijmegen, worden steeds meer noten- en fruitbomen aangeplant in het openbaar groen, maar in veel andere gemeentes zal je zeker niet meer dan de helft van die 36 daadwerkelijk uit het wild kunnen oogsten.